33
/
AIzaSyAYiBZKx7MnpbEhh9jyipgxe19OcubqV5w
August 1, 2025
3267647
858160
2

Karolingische periode (jan 2, 751 – jan 1, 987)

Description:

=periode die verwijst naar de regeerperiode van KdG en zijn opvolgers
KAROLINGISCHE FEODALITEIT
*Niet gemakkelijk om zo'n groot rijk te besturen
->Rijk werd onderverdeeld in gouwen met aan het hoofd een graaf (aan einde 9e E 600 à 700 graafschappen)
*Graven:
-vertrouwelingen van machthebber
-benoemd, afzetbaar en verplaatsbaar
-vertegenwoordiger van vorstelijk gezag op lokaal niveau
-gebied nog steeds te groot
->duidt vazallen/leenmannen aan die hem bijstonden
-de schepenen (scabini): rechtspraak
-Grafelijke functies worden erfelijk onder Lodewijk de Vrome dus keizer heeft minder greep op graven
*Relatie tss. leenheer en leenman
-o.b.v vertrouwen & loyaliteit
-wederzijdse rechten en plichten
->Auxilium (hulp) op militair vlak; zorgde voor ridders en paarden en zorgde dat graaf ten strijde kon trekken
->Consilium (advies); heeft het zin om andere graaf aan te vallen?
->In ruil ontvingen ze beneficia=gunsten, bv. ambt, stuk grond, betere positie
->Graaf als leenman gaf leengrond in leen =achterlenen waarbij zij leenheer werden en omringd werden door leenmannen en zo ging dat voort => feodale piramide
->Eedaflegging met plechtige ceremonie waarbij leenman knielt voor leenheer en wordt getikt met een zwaard als ultiem teken van vertrouwen => dan wordt grond verkregen
->Recht van opstand van leenmannen tegen graaf = belangrijk in feodale maatschappij
->Volk met honger is gevaarlijk voor machthebber
*Sterkte en zwakte tegelijk
->graaf krijgt rechtstreeks gebruiksrecht van gronden: mogen belastingen vragen en kiezen wat ze met hun grond doen, bv. vruchtgebruik
->graven hadden volledige bestuurlijke bevoegdheid
=>lokale autonomie van de vazal onder Lodewijk de Vrome en groeit verder na zijn dood in 1840 onder zijn verzwakte opvolgers
*Lokale heerlijkheid wordt centrum
->zwakte van koninklijke macht deinde uit naar graven en nog lagere niveaus
->Heer in kasteel heeft veel macht over klein territorium
->handhaafde de orde, bestuurde, inde belastingen, sprak recht (justitierecht) = publiekrechtelijk, maar rechten strekten zich ook uit over privaatrecht
->slaven stonden onderaan en waren onvrij, meegegeven met grond
->vrije burgers die mochten trouwen en recht hadden op bezit maar vooral gehouden werden tot karweien
->heer heeft lijfeigenen, soort slaven
->macht van vorst wordt bepaald/weggenomen door feitelijke gebeurtenissen/elementen: bv. mislukte oogst->honger of oorlog met andere vorst

Added to timeline:

Date:

jan 2, 751
jan 1, 987
~ 236 years

Images: