Modernism (jan 1, 1850 – jan 1, 1950)
Description:
Dit heb ik tijdens Blok 2 genoteerd:
-Not a time period --> a movement/trend in writing, criticism and philosphy.
-Influential in the 20th century
Modern art:
-Subjects: images, thoughts, concepts that arise from the present. --> In this case: workers, partying bourgeousie, women as they really are; prostitutes/ no godess, furnishings and clothes fromt that time; life as it really is.
-Modern in shape/form: rethinking notions as style/arrangements, figuration-abstraction, compostion. --> In this case: from romanticism to realism (Courbet) (realism movement), or later: a transition from realism to impressionism.
Dit heb ik tijdens Blok 4 genoteerd:
1.Vroeg modernisme:
-blik op het heden
-maakbaarheid van de samenleving (AVANT GARDES!)
-lineaire moderniteit: steeds beter
-elk neveneffect kan weer gerepareerd worden
-beter in de toekomst: utopieën
-identiteit door het beroep dat je uitoefent
2.Hoog/laat modernisme:
-Grenzen beheersbaarheid aangetoond
-Neveneffecten blijken erger dan het doel (utopie leidt tot totalitarisme)
-De moderniteit slaat op zichzelf terug
-Het lijkt allemaal onbeheersbaar hoewel het beheersbaarder is dan ooit in de geschiedenis
-Sommige zaken zijn niet op te lossen
-Identiteit door persoonlijke ontwikkelingen 'levensverhaal'.
-Heeft al veel overeenkomsten met het postmodernisme -->
3. Gaat uiteindelijk over in het postmodernisme.
Added to timeline:
Blok 1: De uitvinding van de kunst 1750-1850, Blok 2: The rise of the present (1850-1900) and Blok 3: The hunt for the future Blok 4: Het twistpunt van de tijd (1950-1990)
Date:
Images:
![]()
